Vragen en antwoorden | Jeffrey Dral arrow-left-lightarrow-leftarrow-right-lightarrow-rightarrow-thin-left arrow-thin-right browser-search cup heart indicator laptop layers layout-4boxes layout-sideleft nav paintbucket pencil-ruler phone picture play video sign drawing_portrait_jeff_1

Met politie praten over seksueel geweld
Zo gaat dat ongeveer

Iedereen kan ik zijn leven te maken krijgen met iets vervelends, en dus ook met seksueel misbruik of ander seksueel geweld. Daarbij denken de meeste mensen aan aanranding of verkrachting, maar het kan ook gebeuren dat iemand bijvoorbeeld naaktfoto's van jou verspreidt of je op een manier aanraakt die je niet wilt. Dit valt allemaal onder seksueel misbruik. Als je er ooit mee te maken krijgt hoef je er niet alleen voor te staan. Je kunt hulp krijgen, ook van de politie, en hoeft er dus nooit alleen voor te staan. Op deze pagina lees je hoe het ongeveer in zijn werk gaat om met politie te praten.

Het kan moeilijk zijn om te praten over wat jou overkomen is. Bijvoorbeeld omdat je gevoelens hebt van schuld, schaamte of angst. Toch is het belangrijk dat je seksueel misbruik meldt. Bij de politie doen we er alles aan om slachtoffers van seksueel misbruik zo goed mogelijk te helpen. We kunnen onderzoek doen naar het seksueel misbruik om bewijs te verzamelen.

1) Eerst maak je een melding:

Het eerste contact met de politie noem je een melding. Dat kun je bijvoorbeeld doen door de politie te bellen (0900-8844, of Roze in Blauw), of door naar een politiebureau te gaan. De politie zal dan een afspraak met je maken om je verhaal te horen. Het kan lastig zijn om te praten over wat je is overkomen: misschien schaam je je, of ben je bang. Toch is het belangrijk om het bij de politie te melden. De politie heeft daarvoor speciaal opgeleide politiemensen die onderzoek doen naar seksueel geweld: zedenrechercheurs. Zij staan dag en nacht klaar om slachtoffers van seksueel geweld te helpen.

Belangrijk: als jij of anderen in gevaar zijn, als het net is gebeurd, of als je medische zorg nodig hebt, bel dan 112.

2) Daarna volgt er een informatief gesprek:

Als je seksueel misbruik bij de politie hebt gemeld, neemt een zedenrechercheur contact met je op. Deze zal je dan uitnodigen voor een informatief gesprek. Tijdens dat gesprek zal de zedenrechercheur je alvast een beetje uithoren. Daarna krijg je passende uitleg over de gevolgen en het proces van aangifte doen. Het gesprek mag ook telefonisch plaatsvinden — net wat jij fijn vindt. De zedenrechercheur zal bekijken of er direct iets moet gebeuren, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat sporen worden veiliggesteld, of omdat je medische hulp nodig hebt. Naar aanleiding van het informatief gesprek maakt de zedenrechercheur ook een inschatting of wat je hebt meegemaakt volgens de wet een strafbaar misdrijf is.

3) Soms volgt er ook een lichamelijk onderzoek:

Als het seksueel misbruik net gebeurd is (tot de eerste zeven dagen na het misbruik) kunnen er nog sporen op je lichaam aanwezig zijn. In dat geval kan er een lichamelijk onderzoek plaatsvinden — maar alleen als jij dat oké vindt. Een speciaal opgeleide dokter gaat dan zoeken naar sporen van de dader op jouw lichaam: heel belangrijk om de dader te vinden en als bewijs van het seksueel misbruik zodat de dader kan worden gestraft.

4) Je krijgt de hulp die je nodig hebt:

De politie zal zorgen dat jij de hulp krijgt die je nodig hebt. Ze brengen je bijvoorbeeld in contact met het Centrum Seksueel Geweld of met een andere organisatie die iets voor je kan betekenen.

5) Na je melding krijg je bedenktijd:

Na het informatieve gesprek beslis je als slachtoffer zelf wat er moet gaan gebeuren. Wil je aangifte doen of houd je het liever bij een melding? Je mag daar rustig over nadenken en krijgt daar waarschijnlijk twee weken de tijd voor. Als je tijdens de bedenktijd vragen of twijfels hebt, staat de zedenrechercheur klaar om die met je te bespreken. Je kunt ook advies vragen bij een gespecialiseerde slachtofferadvocaat.

6) Als je het niet wilt, doe je geen aangifte:

Als je na je melding geen aangifte wilt doen, dan zal de politie je melding tien jaar bewaren. Ze zullen dan geen strafrechtelijk onderzoek beginnen, tenzij de officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) beslist dat er toch een onderzoek moet komen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als er kans is op herhaling van het misdrijf of als jouw of iemand anders veiligheid in gevaar is.

7) Als je het wilt ga je aangifte doen:

Zodra je weet of je aangifte wilt doen, maakt de politie hier een afspraak voor. In sommige gevallen kan dat zelfs meteen na het informatieve gesprek. De politie zal je hierbij begeleiden.

Aangifte doen gebeurt in een kamer op het politiebureau. Tijdens het opnemen van de aangifte zal de politie je verhoren over wat er is gebeurd. Ze zullen je vragen stellen over de gebeurtenissen en proberen zo veel mogelijk details te verzamelen. De aangifte zal in een computer worden ingetikt, maar ook met een microfoon worden opgenomen. Dat doen ze zodat iedereen er zeker van kan zijn dat er geen belangrijke details worden gemist.

Een aangiftegesprek kan spannend zijn, maar de zedenrechercheurs zullen proberen je op je gemak te stellen. Ze leggen bijvoorbeeld ook uit waarom ze bepaalde vragen stellen, en zetten een doos met tissues op tafel. Ze kijken nergens van op: ze zullen niets van wat je ze zult vertellen raar vinden. Je krijgt ook iets te drinken. Als je het antwoord op sommige vragen niet weet, vinden ze dat niet erg (juist heel begrijpelijk) en als jij vragen hebt aan de zedenrechercheur mag je die stellen. En als je een pauze wilt, mag je dat aangeven.

Belangrijk: als je aangifte hebt gedaan, kun je dat niet meer terugdraaien. Het komt soms wel eens voor dat iemand met opzet niet de hele waarheid verteld in een aangifte. Dat kan grote gevolgen hebben voor degene die wordt beschuldigd van het strafbare feit. Om dat te voorkomen zal de zedenrechercheur je uitleggen dat het strafbaar is om een valse aangifte te doen. De zedenrechercheur is verplicht dit te doen, dus het betekent niet dat de zedenrechercheur je niet gelooft.

8) Daarna begint het onderzoek:

De politie zal een onderzoek instellen naar de dader en proberen deze op te sporen. Dat kan een tijd duren — van weken tot maanden. De politie zal gaan proberen om bewijs te verzamelen zodat ze je zaak kunnen ondersteunen. Ze gaan bijvoorbeeld op zoek naar DNA van de dader of ander bewijsmateriaal zoals berichtjes of chatgesprekken. Ze kunnen ook (oog)getuigen interviewen, of de dader oppakken en verhoren.

De politie kan je soms om je hulp vragen bij het krijgen van bewijsmateriaal. Misschien staat er nog iets op je computer, of op je telefoon, of heb je thuis iets liggen waar DNA op aanwezig kan zijn.

9) Na het onderzoek kan de zaak worden voorgelegd aan de rechter:

Als de politie voldoende bewijs heeft verzameld, zal de officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) beslissen of de zaak kan worden voorgelegd aan de rechter. Daarvoor is het nodig dat er genoeg bewijsmateriaal is verzameld. Als de zaak wordt voorgelegd aan de rechter, zal er een strafzaak plaatsvinden. Als er niet genoeg bewijs is gevonden, kan het gebeuren dat de zaak wordt geseponeerd. Dat betekent dat de politie of de officier van justitie besluit dat er geen rechtszaak komt.

10) Uiteindelijk kan er een rechtszaak plaatsvinden:

In een rechtszaak kan de rechter een straf geven aan de dader. Tijdens de rechtszaak zal de zaak worden voorgelegd aan de rechter. Jij als slachtoffer hebt het recht om aanwezig te zijn in de rechtszaal en je verhaal te vertellen. Ook de dader zal worden gehoord. Aan het einde van de rechtszaak zal de rechter een uitspraak doen.

Copyright © 2024 Jeffrey Dral